De oudste vormen van kunst dateren al van ver voor Christus. Recente vondsten in Noord-Afrika waar een botfragment van een woudolifant is gegraveerd met lijntjes zijn waarschijnlijk al van circa 400.000 jaar geleden. Of we dit echt als kunst kunnen zien, hier zijn de meningen over verdeeld. De meeste vormen van kunst van circa 22.000 jaar voor Christus hadden een sterk symbolische of religieuze betekenis en werden vaak ook gebruikt tijdens een ritueel. Vormen van kunst, zoals muziek, theater, dans, tekenen en schilderen werden gebruikt bij bijzondere gebeurtenissen.
De elite onder de ambachtslieden
De kunst zoals we die vandaag de dag kennen, is eigenlijk pas ontstaan in de periode van de renaissance. Voor die tijd was kunst meer een vorm om uiting te geven aan religieuze symbolen en vertellingen. Het was niet zoals nu een individuele expressie. Kunstenaars werkten meestal in opdracht van kerkelijke machthebbers of rijke families. Van signeren van hun werk was meestal ook geen sprake. Beeldhouwers, houtsnijders of kunstschilders werden als verheven ambachtslieden ingehuurd om een kunstwerk te maken. Pas aan het eind van de Middeleeuwen kwam hier verandering in.
De stromingen van de kunstgeschiedenis
De kunstgeschiedenis met zijn verschillende stromingen is lastig om exact te bepalen. Jaartallen zijn vaak richtlijnen en daarnaast heeft ieder land ook zijn eigen interpretatie. In Zweden begon bijvoorbeeld de renaissance later dan in Italië.
Schattingen voor Westerse kunststromingen:
-Middeleeuwse kunst bestaat uit: vroege Middeleeuwse kunst van circa 476 – 1000, met de Vroegchristelijke, de Byzantijnse, de Keltische, de Merovingische, de Karolingische kunst en de Ottoonse renaissance.
De hoge Middeleeuwen van circa 1000 – 1270, met de Romaanse kunst van1000 – 1200, Renaissance van de twaalfde eeuw en de Gotische kunst
De late Middeleeuwen van 1270 – 1500, met de Flamboyante gotiek
De Renaissance van 1400 -1600, met de Italiaanse Renaissance, bestaande uit de Vroegrenaissance, het Hoog renaissance, het Maniërisme en de daarnaast ook de Noordelijke renaissance
De Barok van 1600 – 1750
De Rococo van 1700 – 1750
Het Classicisme van 1750 – 1850, met het Neoclassicisme
De Romantiek van 1780 – 1880
Het Realisme van 1830 – 1870
Het impressionisme van 1860 – 1890
Het Postimpressionisme van 1884 – 1904, met het Neo-impressionisme en Divisionisme. Het Luminisme en van 1884 tot 1914 ook het Cloisonnisme.
De Moderne kunst van 1890 – 1970, met de Art Nouveau ofwel Jugendstil van 1880 tot 1914. De Art Deco van 1920 tot 1940. De schilderkunst van de 20e eeuw, de abstracte kunst en de conceptuele kunst van 1960 tot heden.
Het Postmodernisme, van 1970 tot heden
En tot slot de Hedendaagse kunst, met de schilderkunst van de 21e eeuw.